Vul het voltooid deelwoord in. Schrijf zoals je het hoort. Soms weet je niet zeker of er een T of D op het einde staat. Gebruik dan de regels van de verleden tijd. Komt er DE/DEN achter de stam dan heeft het voltooid deelwoord een D op het einde. Komt er TE/TEN achter de stam dan heeft het voltooid deelwoord een T op het einde. Gebruik T KoFSCHiP bij twijfel. Je laat de laatste EN van het hele werkwoord weg. Als de letter die nu op het einde staat wel in T KoFSCHiP staat is de laatste letter een T. Staat de laatste letter er niet in dan eindigt het volt. deelw. op een D.
Als alles af is klik dan onderaan op nakijken. Verbeter eventuele fouten en klik nogmaals op nakijken. Weet je iets echt niet klik dan een paar keer op SPIEKEN onderaan de oefening. Succes.