terug
index
volg oef
zinnen13
Maak goed zinnen
Maak goede zinnen
Begin met de hoofdletter
1. naar het park/ gaan/ Wij/ morgen/ met de kinderen.
2. gisteren/ gekocht/ een nieuwe fiets/ Hij/ heeft.
3. om acht uur/ begint/ De les/ meestal / 's ochtends.
4. lekker/ Het eten/ ruikt/ in de keuken/ vandaag.
5. bij de bakker/ brood/ We/ halen/ straks/ zullen.
nakijken
OK
terug
index
volg oef