8 (volt. deelwoord als bijv. naamwoord)

Vul het bijvoeglijk naamwoord in. (Het ingevulde woord is GEEN werkwoord!)

Schrijf de bijvoeglijke naamwoorden gewoon op zoals je het hoort! Als het voltooid deelwoord op ..EN eindigt dan eindigt het bijvoeglijk naamwoord ook op ..EN. Eindigt het voltooid deelwoord op ..T of..D dan gewoon meteen een E plakken.
Het ijzer is GEBOGEN. Het GEBOGEN ijzer is kapot.
De weg is VERBREED. De VERBREDE weg is mooi.

1 De met leer (bekleden) stoelen waren veertig jaar oud.
2 De edelsmid restaureerde de (schenden) antieke broche.
3 De door de vijand (bedreigen) stad werd geëvacueerd.
4 De (doorstaan) ellende heeft zijn gestel ondermijnd.
5 Het verleden week (verzenden) pakket is pas heden bezorgd.
6 Een dokter verbond de door zijn "vriendjes" hevig (toetakelen) jongen.
7 De (ontslaan) receptioniste vond ander werk.
8 We hoorden een (smoren) kreet.
9 Op de slecht (verlichten) weg is een ernstig ongeluk gebeurd.
10 In de (bevrijden) gebieden werden de (aanvoeren) voorraden
levensmiddelen gerantsoeneerd.
11 Wij hebben (reserveren) plaatsen.
12 De pas (planten) bomen waren door vandalen uit de grond gerukt.
13 Er bestond (gronden) twijfel aan de juistheid van hun verklaringen.
14 De hoog (opladen) auto kon niet onder het viaduct door.
15 Langs het (verbreden) kanaal zijn enkele nieuwe industrieën.
16 Met (ontbloten) hoofden stonden wij aan zijn graf.
17 Het sierlijk (smeden) hek dateert uit de achttiende eeuw.
18 De (uitputten) atleet zakte in elkaar.
19 De (verloten) prijzen konden bij het bureau worden afgehaald.
20 De (vergroten) foto hing naast de boekenkast.