2 (volt. deelwoord als bijv. naamwoord)

Vul het bijvoeglijk naamwoord in. (Het ingevulde woord is GEEN werkwoord!)

Schrijf de bijvoeglijke naamwoorden gewoon op zoals je het hoort! Als het voltooid deelwoord op ..EN eindigt dan eindigt het bijvoeglijk naamwoord ook op ..EN. Eindigt het voltooid deelwoord op ..T of..D dan gewoon meteen een E plakken.
Het ijzer is GEBOGEN. Het GEBOGEN ijzer is kapot.
De weg is VERBREED. De VERBREDE weg is mooi.

1 De (vergroten) foto's werden door iedereen bewonderd.
2 Van de (examineren) kandidaten zijn er vier gezakt.
3 De (verwachten) salarisverhoging ging niet door.
4 De (aanrichten) schade bedroeg tweehonderd gulden.
5 In de middeleeuwen waren er geen (verharden) wegen.
6 De (verwringen) spoorrail werd vervangen.
7 Wij hadden van de heuvel een ruim uitzicht over de (uitstrekken) velden.
8 Met een (verbuigen) nijptang kun je moeilijk ijzerdraad doorknippen.
9 Het was verboden in de pas (ophogen) berm te lopen.
10 Door ijzel was de (asfalteren) weg glad geworden.
11 De nieuw (bouwen) brug trok veel belangstelling.
12 De pas (aanleggen) weg begint nu al te verzakken.
13 Het (verzakken) gedeelte moet worden vernieuwd.
14 Er liep één man door de (verlaten) straat.
15 De (bekrassen) auto moest opnieuw gespoten worden.
16 De geleerden waren enthousiast over de (verkrijgen) resultaten.
17 Zeeland is lang het (betwisten) gebied tussen Holland en Vlaanderen geweest.
18 De (verbreden) weg is nog te smal voor het verkeer.
19 De pas (oprichten) vereniging telt al vijfduizend leden.
20 De smaakvol (inrichten) etalages trokken veel belangstelling.